Mijn broer woont al ruim dertig jaar in Bern. Hij was een weekend in Nederland en had hier een nacht gelogeerd. ‘s Ochtends hadden we gewandeld en ‘s middags zou hij worden opgehaald door een oude vriend voor een avondje bieren in Haarlem en op zondagavond een concert in het Patronaat. The Damned, punkband sinds 1976. Een ruige onderbreking van het gutbürgerliche bestaan in dienst van een rustig Zwitsers ziekenhuis. Maandag rijden ze samen terug naar Bern om daar een week te klussen.
Die vriend en hij kennen elkaar al sinds hun jeugd en ze hebben elkaar nooit uit het oog verloren. En dat merk je aan alles. Toen Rob arriveerde stond ik in de keuken in de linzensoep te roeren. Ook de huisdichteres was daar en zo kon het gebeuren dat wij oor- maar geen ooggetuige waren van hun begroeting.
‘Heeeeeee, Ro-o-o-ob!’ (verheugd, crescendo). Dikke hug met stevige beklopping en begroetingen die overvloeiden in een uitwisseling van geluiden. Geen beleefdheden, gok ik, daarvoor kennen ze elkaar te goed. Wij (tussen de potten en pannen) konden geen losse woorden onderscheiden in de dialoog, maar hoorden (vertederd) hoe twee lage, enigszins lijzige stemmen elkaar vonden en er een aangenaam soort muziek ontstond, een intieme jamsessie.
‘Elke vriendschap heeft zijn eigen toonhoogte,’ zei ik tegen de huisdichteres, schrikkend van mijn eigen quasi-diepzinnigheid.
Of het nou ergens op sloeg of niet, het idee kietelde verbeelding. Goed genoeg dunkt me voor een precieus essay (uitspreken op zijn Frans, s’il vous plaît) dat niemand zou lezen en dat ik dus niet ga schrijven. Wel gooi ik het onderwerp hier in de groep, zodat jullie er naar believen mee kunnen stoeien. En fixeer je niet op toonhoogte. De vriendschap of verhouding mag ook te vergelijken zijn met een reggae-song, een klavecimbelsuite, een rap battle, een motet zonder eind, iets onbestemds van Einaudi of nocturne opus 15, no. 3 van Chopin. Spooky and Sue voor mijn part.
Maar doe voorzichtig met banjo.
Mooi stuk weer, Marius. Ik ben getriggerd door de afbeelding van de kippen. Ik heb vorig jaar zo’n set cadeau gekregen van een vriendin die me plaatjes ervan liet zien. Ik verwachtte mooie metalen sculpturen van behoorlijke afmetingen. Bij ontvangst bleken ze van plastic en met het formaat van een afgetrainde bromvlieg. O ja, ze kakelden Kantonnees- Chinees.