Soms heb je pech dat het stevig waait. En dat je niet in de luwte zit. Dat de dichtstbijzijnde luwte ergens bij de Veluwe is, of in de Achterhoek.
Soms bof je en is gedeelde smart halve smart; een andere keer heb je pech en gaat het je maatje voor de wind, terwijl jij een onmiskenbare bad-hair-day hebt.
Je vraagt je af wat je fout doet, waar je het aan hebt verdiend. Bij je ‘significant other’ zit het verenpak onberispelijk. Wit, glad, alsof het zo uit de stomerij komt. En bij jou waaien de veren bijkans van je gat. Zo irritant! Zit je daar voor schut, zeker als er ook nog eens zo’n sensatiebeluste fotograaf passeert.
Je doet iets fout, dat moet haast wel, alleen weet je niet wat. Is er een truc, een life hack? En je partner gaat je niet wijzer maken, zoveel is duidelijk. Gebruikt ie gel? Of zit het in iets anders? Is het psychisch? Bloedsacherijnig word je ervan, er lijkt geen beginnen aan. Liefst zou je in de grond verdwijnen.
Wij zwanen hebben de naam monogaam te zijn, maar moet je die hautaine, zelfingenomen blik zien. Als een marmeren standbeeld zit meneer/mevrouw daar, en steekt geen poot uit. Een grond voor echtscheiding, als je het mij vraagt.
Zwanen zijn een TRANSFORMATIE – symbool, Marius.
En zeker TWEE schijnbaar tegengestelde zwanen par excellence …
( les extrèmes ses touchant ! )