Straatjournaal mei ’23
Ik zat op de fiets en in mijn linkerooghoek twinkelde iets. En bleef twinkelen. Het twinkeldingetje verstopte zich schichtig als ik het beter wou bekijken. Even later werd het een kwikzilverachtig twinkeldrielingetje. Ik dacht te weten wat het was: auramigraine. Vijf jaar geleden had ik het ook; hinderlijke schitteringen die na een halfuur vanzelf verdwenen, soms gevolgd door lichte hoofdpijn. Zo ook nu.
De volgende dag stapte ik in Amstelveen uit de bus, bij een vreugdeloze rotonde tussen snelwegen (tot zover alles volgens plan). Ik knipperde tegen het felle daglicht in en het was of iemand een grofmazig visnet voor mijn ogen neerliet. Ik deed mijn ogen stijf dicht en weer open; het visnet wuifde nog in de bries, en nu strooide er bovendien iemand met chocoladehagelslag. Ik ging zitten om bij te komen van de schrik. Over het telefoonscherm dat mij de route zou wijzen krioelden zwarte insecten. Hé, ze waren weg als ik alleen door mijn rechteroog keek.
Een zwart piratenlapje zou dus uitkomst hebben geboden maar zeerovers, waar vind je ze als je ze nodig heb? Ik liep vrij wankel naar mijn bestemming, dronk een glas wijn en veinsde dat ik beter kon zien dan een zeearend met een multifocale bril van Pearle. De volgende ochtend verwees de huisarts me naar het ziekenhuis – een loslatend netvlies? Vraag me niet hoe (het netvlies is het achterste deel van het oog), maar de oogarts constateerde een bloedinkje. Stolsels. Met wat geluk zouden de symptomen zonder ingreep verdwijnen. ‘Maakt u maar een controle-afspraak voor volgende week.’
Een week, dat was te overzien. Wel stond mijn alarmsysteem nog in de oude staat van paraatheid. Dus elke keer dat ik opkeek en er iets zwarts door mijn blikveld flitste (dat visnet en al zijn grillige metamorfoses) schrok ik toch weer en moest ik me ervan vergewissen dat het geen agressieve kraai was, een naderende gifpijl of een vlindermes. Geleidelijk verflauwde die reflex. Bij de controle vertelde ik dat het niet slechter was geworden, maar beter evenmin. Dat er slierten en kledders bleven opduiken; het enige verschil was dat ik me er minder van aantrok – zoals een ongetrimde poedel de krulletjes kan negeren die voor zijn ogen dansen.
Ik hoefde niet meer terug te komen, behalve bij een plotselinge verslechtering. Het goede nieuws is dat ik dit typ zonder hinder. De meeste ongerechtigheden worden door mijn brein weggefilterd en pas als ik me erop concentreer zie ik ze weer.
Dat brein toch, dacht ik eerst tevreden. Zó knap! Later vroeg ik me af wat dit voor de wereld als geheel betekende. Niet die fliepjes en floepjes op mijn eigen netvlies, maar ons verbluffende vermogen om de Umwelt leefbaar te maken door ongewenste veranderingen weg te poetsen of te retoucheren. Dat miljarden breinen dat levenslang doen. Het is een vorm van zelfbescherming, waardoor we op dag 433 van de oorlog in Oekraïne minder ontsteld zijn dan direct na invasie. We verzoenen ons met ons lot of leggen ons neer bij het onvermijdelijke.
Alsook bij wat wél te beëindigen of verbeteren is. Denk aan alles waarvoor de mensheid blinde vlekken heeft ontwikkeld; door ditzelfde proces hebben we leren wennen aan vieze lucht en vervuild water, verkeersherrie, zwak onderwijs, bureaucratie, uitbuiting, vluchtelingenstromen, mediaverslaving, dierenleed en zinloos werk.
Op een onbewust niveau in ons brein is een cosmeticaploeg bezig de lelijkheid van de wereld weg te schminken, zodat we kunnen doen of er geen vuiltje aan de lucht is. Zodat alles voor ‘normaal’ kan doorgaan. Zodat we niet keihard STOP!!!! schreeuwen, of REVOLUTIE! of IK VERDOM HET! – ook wanneer dat misschien wel zou moeten.
Wat een aangrijpend en raak stukje , Marius.
Ik wens je tegelijk veel sterkte bij het verdragen en verkijken … XJ
Zelfde hier Marius. Die zwarte kraaien worden ook wel ” mouches volantes” genoemd. Voordeel is dat je hersenen irritante reële vliegen ook “wegdenken”, te meer omdat je ook dover wordt.
@Julia: dank voor de compli’s!
@O’geer: Het begint steeds meer op een stuk van Beckett te lijken! Maar daar kan ik meestal ook smakelijk om lachen. De goede smaak moet trouwens wel onaangetast blijven dan.