Ga naar de inhoud

Voor de film

Ben ik nou een hufter of niet? Help me even…

Gisteren stapte ik van de fiets bij de pont bij Olst en werd staande gehouden door een knappe jonge vrouw. ‘Kunt u misschien een pont later nemen, we zijn bezig met FILM-opnames.’ Ze wees op het lege dek, waar bij de slagboom een groepje ouderen met brommers stond. Ik vatte het op als een beleefd verzoek. Een kwartier vertraging…

‘Nee, het spijt me, ik moet naar een afspraak.’

‘Ja, maar kunt u misschien een pont later nemen. Het is voor FILM-opnames.’ Oh… het was eerder een bevel… Toen ik niet geïmponeerd genoeg keek, voegde ze eraan toe: ‘Voor omroep MAX.’

‘Ik ben negenenzestig, dus ik zit in de doelgroep… Ik moet om vier uur ergens zijn. Ik zal me onopvallend gedragen en me nergens mee bemoeien, maar ik wil niet te laat komen.’ Ze keek me niet-begrijpend aan (zowel haar niet geringe sociale vaardigheden als het toverwoord FILM hadden gefaald), maar ze moest ook nog anderen afvangen. Ik liep de pont op en toonde mijn knipkaart. De brommers keurden me geen blik waardig; ik zag geen cameraploegen en hoefde niet weg te duiken voor overvliegende stuntmannen. De pont vertrok en toen ik omkeek zag ik een vijftal auto’s en meerdere fietsers – kennelijk allemaal gezeglijker dan ik. Had ik me gedragen als een arrogante westerling met een grote bek, precies wat ik niet wil zijn?

De brommers vertrokken na de oversteek knetterend en zigzaggend (filmisch!) richting Welsum en ik zag in de nevengeul een koe in het water staan. Hoorde het bij de film en moest ie daar van de regisseur staan? Ah, er kwam een boer aanrijden. Met de auto, geen brommer gelukkig. Hij moest een list verzinnen om het beest daar weg te krijgen en duidelijk te maken dat het in principe een landdier is. Een beetje gekkigheid kan geen kwaad, maar er zijn grenzen.

Onderweg naar mijn vergaderingetje zag ik in de berm de brommerbende van MAX weer staan, die aan een nieuwe scène werkte. Toen ik later vertelde hoe ik mijn reputatie van gedweeë, goed aangepaste nieuwkomer op het spel had gezet, werd er enthousiast gereageerd. Op die brommers, niet op mijn assertiviteit. ‘Dat was Philip Freriks! De opening van het Willy Dobbeplantsoen wordt herdacht.’

Zoek Philip Freriks

Het Willy Dobbeplantsoen was een vondst van Wim T. Schippers, tevens bekend van het Toon Hermans Ziekenhuis; in Olst werd in 1997 een echt Willy Dobbeplantsoen aangelegd. Zie het filmpje hieronder. (Een poging van Wijhe een echt Toon Hermans Ziekenhuis neer te zetten, kwam niet van de grond, red. Dagklad).

Tegen half acht fietste ik terug. De koe was weg, de pont was leeg. ‘Ik wil deze pont graag helemaal voor mij alleen hebben,’ grapte ik tegen de veerbaas. Hij herkende mij als de brommerloze onbekende Nederlander van ‘s middags. ‘Ze komen hier zomaar ineens opdagen – zonder afspraak of zo – en denken het wel even te kunnen regelen.’

Nou ja, blijkbaar kón het ook. Maar ik was blij het te horen. Ik voelde me toch een beetje minder hufter.

 


 

3 reacties op “Voor de film”

  1. De koe was weg
    de pont was leeg
    het water wast
    de geul was neev’
    de Zundapp gromt
    de dag ging traag
    Wim was hier
    en Willy ook
    de film houdt op
    de koe die loeit
    men regelt maar
    het veer dat voer
    en doet dat nog

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *