Ga naar de inhoud

Ongedurigheid

Het afgelopen weekend was ik nog behoorlijk gedurig. Inschikkelijk, monter, volgzaam, gedwee, aangepast. Drie dagen werd er zorgeloos gepinksterd. Ik had vrede met de wereld zoals die door anderen in de voorbije eeuwen voor mij was ingericht en kon mij prima vinden in de wetten en codes van het maatschappelijk verkeer.

Maar ‘overnight‘ (de wetten en codes waren bij mijn weten niet veranderd) pleegde Ongedurigheid een coup. Waarna dinsdagochtend alles knelde en schrijnde en jeukte. Alsof ik in plaats van een lekkere slobbertrui met mijn eigen luchtje eraan ineens een nieuw, statisch geladen, nylon overhemd droeg in een veel te klein maatje, met om mijn nek een wurgende stropdas.

Ik schrijf dit niet vanuit een TBS-kliniek, wees gerust, er is geen bloed gevloeid, er zijn geen ongelukken gebeurd, ik heb me aan niemand vergrepen en niks opgeblazen of verbrijzeld. Met agressie had mijn plotselinge geestesgesteldheid weinig te maken, het was vooral dat ik me op geen enkele manier meer wilde laten beteugelen of afremmen. Geduldig wachten op mijn beurt? Voorrang geven? Braaf mijn Bonuskaart tonen? Een onder normale omstandigheden aimabel oud mannetje uit laten weiden over de vijf verschillende werkgevers die hij heeft versleten? Ik had nul rust in mijn donder.

Thuis – het werd er niet beter op – wilde ik mij radicaal losscheuren van alles wat mij met anderen verbond. Weg bij alle clubs, stichtingen en verenigingen (tenzij er een Genootschap voor Eenzame Zonderlingen en Verstokte Asocialen bestond). Vrijheid! Abonnementen en nieuwsbrieven opzeggen. Internet afsluiten. Alle vage toezeggingen herroepen en beloftes loochenen, verjaarkalender en agenda met benzine overgieten en verbranden. Beginnen met roken; stoppen met Dagklad. Me een maatkostuum van €2400 laten aanmeten. Een lijger kopen. En als dat niet werkte… Moest ik aanmonsteren bij de wilde vaart? Me laten inlijven door het Vreemdelingenlegioen?

Wel zonde van dat pak alleen…

Jullie kennen dat wellicht: een flitspuberteit.

De acute Ongedurigheid hield nog een paar uur aan en was toen uitgewoed. ‘s Middags in het dorp zag ik een oudere man op een hoge trapleer staan die de boeidelen van het dak sopte. Of zeemde. Of balsemde of tectyleerde. God mag weten wat een mens met boeidelen geacht wordt te doen, maar die man deed het, met toewijding. Omdat het zo hoorde, omdat iedereen het deed of omdat het moest van zijn moeder. Het zou te ver gaan om te zeggen dat ik het prijzenswaardig vond. Dat ik hem benijdde. Maar de gedachten die ik ‘s ochtends gehad zou hebben, die kwamen niet spontaan bij me op. Echt gedurig kon je me nog niet noemen, maar de ergste ongedurigheid was beslist voorbij.

Een gedurig standbeeld bij het Voermanmuseum (Hattem)

 


 

2 reacties op “Ongedurigheid”

  1. Julia Henneman

    FREEDOM IS JUST ANOTHER WORD FOR NOTHING LEFT TO LOSE … inderdaad,
    maar ja , zoiets rigoureus wens ik – gepokt en gemazeld – je nu ook weer niet toe …
    Mooi dat die ‘oude man’ je een ‘tussenweg’ wees … XJ

  2. Joop van der Wal

    tja, boeidelen… bij een zeiler gaat dan direct het lampje stuurboord/bakboord aan. En ik zie voor me dat er een krachtig groengeel schip van Provinciale Waterstaat de in de zon al te flets geworden boeidelen door nieuwe boeien komt vervangen. De IJssel op aan de rechterkant rode exemplaren en aan de andere kant groene. Nee die worden in hun lig-tijd niet gesopt of gebalsemd, hooguit aangevaren door een dronken schipper…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *