Ga naar de inhoud

Geen doordrinkbier

Straatjournaal juni ’23

Voor bierminnend Nederland was het een heuse tragedie: begin februari ontstond een schisma binnen GHOOT, het Gilde van Hyperlokale Onafhankelijke Ondergrondse Thuisbrouwers. Van de ene dag op de andere besloten de zes leden van het gevierde Noord-Hollandse brouwerscollectief hun samenwerking te beëindigen. De oorzaak? Een felle ruzie over één kardemompeul in het recept van de Quintupel (12,6%).

Ik mag na lang aandringen op bezoek bij een van de leden, Wouter Schonken (56) uit Gerstkarspel-West; Wouter heeft de kater van de opheffing duidelijk nog niet verwerkt.

‘Ach, het gistte al langer in ons genootschap. Hoe gaat zoiets? Je rolt erin – de craft beer-wereld is klein. Men kent elkaar, men helpt elkaar als iemand even niet aan hop kan komen bijvoorbeeld, of panne heeft met de kroonkurkmachine. Je wijdt elkaar in – het procedé is bij ieder nieuw bier met veel geheimzinnigheid omgeven, brouwers zijn toch een soort alchemisten.

Wij van GHOOT zaten op één lijn: niemand van ons drinkt bier van over de grens. De gemeentegrens, wel te verstaan! En we hebben een broertje dood aan alles wat in plastic kratten zit, met een strak logo en een gelikt etiket.

Je snapt, hier in de streek konden we rekenen op veel sympathie. Kleinschaligheid is hip en dat we de ingrediënten zoveel mogelijk van dichtbij wilden halen, past in de tijdgeest. Granen van boer Geurt, gist van de warme bakker. Ook deden we alles zelf – handmatig, ambachtelijk. Mout maken, schroten (het malen van de mout, red.), maischen (geen flauw benul, red.), bottelen, enzovoort. We konden goedkoop een kelder huren. Ieder bracht zijn eigen ideeën en expertise in. Er was ruimte voor Spielerei, creativiteit. Kameraadschap.

Tot het noodlot toesloeg. Thuisbrouwen begint doorgaans als een onschuldige hobby, maar kan omslaan in een soort religie. En wie religie zegt, zegt ketterij, sektes, godsdiensttwisten. Het punt was, bij ons eerste eigen bier, de Lampion, deden we alles op zijn janboerenfluitjes. Snufje koriander, vleugje kaneel, tonen van pruim en kweepeer. Het smaakte voortreffelijk, daar niet van. Maar toch… ik wilde de lat hoger leggen. Iets echt lokaals maken, iets oers. Daar ging het mis.

Zo jammer, want over de meeste dingen waren we het direct eens. We wilden bottelsuiker van Oostknollendamse bieten. Hopbloemen uit een wildtuin in Jisp, bronwater uit Heiloo. Maar toen begon het gedonder in de glazen. Het succes van Lampion was sommige jongens naar het hoofd gestegen. Die gasten kregen ego’s zo groot als eikenhouten fusten. En mij vonden ze een puritein, met mijn strenge principes. Waar het uiteindelijk op stukliep, geloof het of niet: zij wilden koste wat het kost kardemom toevoegen aan onze Quintupel. Kardemom? Dat spul komt verdomme uit Azië!!! Ik hield mijn poot stijf.’

(Er drupt een bittere traan in de dampende pan wort waar Wouter in staat te roeren.)

‘Toen plofte de boel. Ik dacht eerst dat ik er voorgoed klaar mee was, maar gelukkig, zoals je ziet…’

(Wouter wijst op de onappetijtelijke brij, donker als vervuild rioolslib)

‘Dit wordt mijn nieuwste bier, Solist. Met tonen van spruitjes, zuring, witlof en ossegalzeep. Het bitterste bier van het land, zweer ik je. Solist wordt gelagerd in de kerker van het voormalige Armenhuis. Ik brouw er welgeteld twaalf flesjes van. En ik garandeer je dat niemand behalve ik het lekker zal vinden, vanwege de grimmige afdronk.

Maar nu komt het. Deze Solist, kan ik verklappen, is een karakterloos doordrinkbiertje vergeleken met zijn opvolger de Puritein. Die krijgt een uniek aroma van gemalen niersteen, rouwdistel en gerookte paardenmest. 14,3%. Dubbel gefilterd door een flanellen directoire van mijn bedlegerige oudtante uit Wormer. Die Puritein… pffff, die wordt zó godsgruwelijk sterk, die zal ik uit het vat moeten bikken. Dus er is hoop voor de toekomst. GHOOT is dood, maar Woutertje brouwt door!’

 


 

2 reacties op “Geen doordrinkbier”

  1. Een beetje ‘over the top’, deze satire, maar als het de bedoeling was de draak te steken met de volkomen uit de hand gelopen situatie rond het ‘craft beer’ dan voel ik een heel eind met je mee.
    Het geknoei met allerlei exotische ingrediënten vertoont hysterische trekjes, zo langzamerhand. Kennelijk veroorzaakt door de drang om, te midden van honderden andere ambachtelijke brouwers, nog iets te produceren dat afwijkt van alles wat al op de markt is. En daar vervolgens dan een prijs voor te vragen die alleen een snob ervoor wil betalen.
    Ik ben er allang klaar mee. Ik hou het bij een paar klassiekers van Belgische oorsprong, waarvan sommige al tientallen jaren op de markt zijn, waar men nooit mee is gaan experimenteren en waarvan de smaak me ook al tientallen jaren bevalt.
    Goed is goed en blijft gewoon goed, hè?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *