Ga naar de inhoud

Plantenbevrijdingsfront

Een kamerplant die kon miauwen, blaffen of op andere manieren stennis kon schoppen zou een enorm evolutionair voordeel hebben.

Kamerplanten hebben hun eigen noodsignalen en communicatiesystemen, maar de morsecode voor ‘Pokon’ wordt door mij niet opgevangen; hun 112 voor ‘dorst’ of ‘ik verzuip!’ begrijp ik niet. Gelukkig wordt theatraal gedrag meestal wél beloond, dat weten ze – slaphangen, verdorren, een striptease van bladeren. Dan kom ik toesnellen met een gietertje en een vracht goede voornemens.

Bij een nieuwe plant kijk ik plichtmatig even naar de aanhangende symbooltjes, gniffel om dat doorgestreepte bord met bestek (nee, voor de lunch niet geschikt, die amaryllis) en hoop er verder het beste van. De drammerd van een varen krijgt iedere dag te drinken en verder is de verzorging hier hap-snap-ad-hoc-à l’improviste-happy-go-lucky. Met de wijsvinger voelen hoe vochtig de grond is en naar bevinding handelen of niet handelen.

Ik dien mijn kamerplanten geen medicinale Mozart of Vivaldi toe en ik praat niet tegen ze (met ze?), maar ze hadden het slechter kunnen treffen, maak ik mijzelf graag wijs. Tot ik gisteren – het was te heet voor in de tuin – had bedacht dat ik al heel lang die topzware sanseveria had willen verpotten. Ik weet niet hoe we aan dat puntige ding komen, mijn lievelingsplant is het niet. Maar toen ik hem uit die pot had verlost, kreeg ik last van mijn geweten.

Welke verbitterde strijd om Lebensraum had zich daar onder een heel dun laagje aarde afgespeeld? Had hij, in stilte lijdend, getracht uit die pot te breken? Hoe groot had hij willen worden, als hij onder een gunstiger gesternte was geboren of zonder knellend keramiek?

De anthurium die ik ‘s ochtends had gekocht, had trouwens ook een wortelkluwen met meer vertakkingen dan het gemiddelde puberbrein. Mooi!

Of zielig?

Ik voorzie dat kwekerijen en hoveniers over 200 jaar excuses zullen aanbieden voor de stelselmatige vrijheidsberoving en liefdeloze behandeling van miljoenen kamerplanten in onze eeuw. Des te schrijnender omdat er allang niet van echt te onderscheiden plantvervangers in de handel waren.


 

 

 

2 gedachten over “Plantenbevrijdingsfront”

  1. Met die Sanseveria heb je ook wel één van de sterkste kamerplanten uit het assortiment te pakken. In Vlaanderen noemt men deze gedrochten ‘vrouwentongen’. Of dit een verwijzing is naar hun onbegrensde weerstand tegen verwaarlozing, is me niet duidelijk.
    Mijn persoonlijke mening is overigens dat de Sanseveria een vertegenwoordiger is van een tijd die achter ons ligt. Typische ‘jaren veertig en vijftig-planten’, toen geluk misschien nog heel gewoon was, maar de sfeer anderzijds ook tamelijk benauwend kon zijn.
    Bij mij komt deze oersaaie, geel-groene, levende depressiviteit er niet meer in!

  2. Marius Jaspers

    ‘Er niet meer in’ snap ik, maar een onschuldige, zéér vitale sanseveria op de composthoop gooien omdat ie niet hip genoeg is, gaat me te ver!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *