Gelukkig, dat scheelt! ‘Woede en onbegrip’ heersen al alom, volgens de voorpagina van Trouw. Dan hoef ik mijn duiten niet in het betreffende zakje te doen.
Het gaat over de doorstroomtoets (voorheen eindtoets) op de basisschool. Daarbij sneuvelt het vak wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie). Voorheen leverde het Cito een toets, die door een kwart van de scholen werd afgenomen (¼ = 0,25 = 25% = verdomde weinig, Dagklad-reda).
Minister Slob bepaalde dat de vrije markt een eerlijke kans moest krijgen om zulke toetsen te maken – een kans die door alle educatieve uitgeverijen werd versmaad. En het Cito was nu uitgerangeerd. Derhalve worden straks uitsluitend de ‘kernvakken’ rekenen en taal nog getoetst. De andere vakken worden bij de zogenaamde ‘doorstroomtoets’ genegeerd. Kunnen jullie er met je pet bij (= onbegrip)? Zijn ze nou helemaal van de pot gerukt (= woede)?
Nou zou ik het hier kunnen hebben over een dubieus begrip als ‘kernvakken’. Of over de dolgedraaide toetscarrousel en de Cito-cratie in (brrr) onderwijsland. Maar voor een serieuze discussie hierover kunnen de liefhebbers vast elders terecht de komende dagen. Als ik een voorspelling mag doen: daarbij zal het gaan over nut en noodzaak van kennis. Burgerschap, democratie, zelfredzaamheid. Een element dat zal ontbreken is het PLEZIER dat leerlingen kunnen beleven aan nieuwe kennis (al dan niet getoetst) en verrijking van hun vocabulaire.
En dat brengt me bij een goede vriend van mij, die een jaar geleden overleed. Hij was leraar geschiedenis en had een Zweedse brugklasmethode bewerkt voor het Nederlandse onderwijs. Ik had zo’n boek van hem gekregen en genoot van het vitaminerijke taalgebruik. “Schraalhans was keukenmeester’ stond er als ze in de middeleeuwen honger hadden en wie bang was voor Ivan de Verschrikkelijke zat ‘in zijn piepzak’, of ‘in de penarie’.
Ik zei hem dat ik het zo’n verademing vond dat zijn boek niet neerbuigend was geschreven. Dertig jaar later herinner ik me nog zijn antwoord: “Moeilijke woorden in de tekst zijn als vetoogjes in de soep.” Gezegd met pretoogjes.
Terug naar het huidige pedagogisch klimaat. Men zweert bij doorlopende leerlijnen (die vaak doodlopen), doorstroomtoetsen, methode-onafhankelijke leerlingvolgsystemen; men turft zuchtend de ‘studielasturen’. Door, door, door… Meer, meer, meer… Tot de eindstreep / eindtoets / vakantie is bereikt en je (pfffffffffffff…) niets meer hoeft te leren / alles mag vergeten. Lees met of zonder droge ogen deze passage (Trouw, 17-4-’23), die gaat over de maanden na de eindtoets/doorstroomtoets:
Dat de naam van de eindtoets wordt veranderd in doorstroomtoets, wil volgens minister Wiersma zeggen dat de ontwikkeling van leerlingen ‘niet stilstaat’ na de toets. Langer dan nu het geval is, zal het lesaanbod in groep 8 ook na de toets uitdagend moeten blijven. Het ministerie houdt hierover verschillende informatiebijeenkomsten met scholen.
Er worden informatiebijeenkomsten georganiseerd voor een zaal vol schoolhoofden met als indringende boodschap dat de ontwikkeling van leerlingen na half maart (eindtoets/doorstroomtoets) NIET stilstaat?
Mogen we meer pretoogjes en vetoogjes in het onderwijs? Mag er uitgestraald worden dat kennis leuk kan zijn en niet alleen een opstap is naar havo/vwo? Voor wie het weten wil: ‘penarie’ is verwant aan ‘het Latijnse ‘penuria’ (armoede / gebrek) en over ‘piepzak’ zijn twee theorieën (doedelzak / een onappetijtelijk Zaans gerecht). En wat Schraalhans kookte zoeken jullie zelf maar op.
P.S. Ik schreef eerder over Ernst in het Onderwijs, zie Ernstgebrek (met een typerende reactie van bovengeprezen leraar/vriend)
Fijn dat je mij even bijpraat Marius. Want van veel dingen heb ik weinig verstand maar van onderwijs al helemaal niet. Ik heb er zelf dan ook weinig van genoten.
Wel meen ik te kunnen constateren dat de strekking van jouw verhaal hout snijdt. Dat doe ik als ik (de spreekvaardigheid van de presentator en het ego van de jury negerend) de Slimste Mens kijk. De kennis van de wat jongere kandidaten van aardrijkskunde en geschiedenis is abominabel te noemen! Kan ik soms toch nog ietsjepietsje slimmer zijn, en dat is wel leuk!