Geschreven voor Straatjournaal, Kerst ’23
Het Absolute Kwaad, dat vinden we allemaal machtig interessant. Grote geesten als Hannah Arendt hebben er studie van gemaakt, lezers van sensatiekranten verlustigen zich aan de sadistische gruweldaden van psychopaat X of ontsnapte tbs’er Y; in de media wordt gretig gespeculeerd over de innerlijke roerselen van Poetin of de terroristen van het seizoen.
Daarbij vergeleken komt het Goede er bekaaid af. In mijn lokale bibliotheek heeft grofweg een derde van de boeken een stickertje met een pistooltje (detective / misdaad). Er zijn geen stickers met een aureooltje (naastenliefde, zachtmoedigheid, toewijding).
Misschien is Goedheid wel even moeilijk te begrijpen als slechtheid.
Die gedachte kwam bij mij op tijdens de talkshow Van Roosmalen & Groenteman. De gastheren hadden de graatmagere, hyperactieve cabaretier Dolf Jansen uitgenodigd. Die zat amper op zijn stoel of op het scherm verscheen een ‘pathetische’ tweet die hij de wereld in had gestuurd: ‘Ik was thuis. Ik was veilig. Ik was in een tv-studio. Ik was veilig. Ik ging hardlopen. Ik was veilig. Ik was in een theater. Ik was veilig. Ik was op de A28. Veilig. Hotel in Zwolle. Veilig. 1 miljoen kinderen in Gaza zijn niet veilig. Onveilig. Nergens veilig. 1.000.000 kinderen.’
Pathetisch? Vind ervan wat je wilt, maar Van Roosmalen wilde met dit citaat iets bewijzen. Zijn verwijt kwam erop neer dat grapjes van Dolf altijd een boodschap hadden. ‘Ik denk altijd bij jou van: het wereldleed rust op jouw schouders, je zult altijd de goede kant van de streep kiezen.’
Het was een harde, pijnlijke botsing en terwijl Marcel en Dolf bleven hakketakken (gekwetste idealistische spijker versus onderuitgezakte cynicus) drong tot mij door hoe wezenlijk de tegenstelling tussen beiden was: een poema en een giraf die het eens moesten worden over het kerstmenu.
Iemand die altijd Het Goede wilde en voor zijn principes koos? Van Roosmalen wilde er niet aan. Kon er niet bij. Ook als hij tegenover Moeder Teresa had gezeten, zou zijn instinct geweest zijn om haar af te bladderen. Onder het motto ‘een heilige is een schijnheilige die nog ontmaskerd moet worden.’
Nou moet ik toegeven dat andermans goedheid en idealisme mij soms ongemakkelijk maken. Zo raakte ik laatst verzeild in een buurthuis in de stad Groningen. Een buurthuis !?! Hunebed en herberg klinken nóg ouder, maar daar in het socialistische Groningen hadden ze een buurthuis geconserveerd dus. Zou ik er nog een uitgestorven gewaande straathoekwerker kunnen spotten?
Direct bij de ingang golfde Pure Goedheid me tegemoet, als frituurwalm bij een snackbar met een kapotte afzuigkap. Standaards met pamfletten, opvoedkundige posters en op een muur werd reclame gemaakt voor ‘verbinding / elkaar helpen / je ontwikkelen / elkaar vertrouwen/ jezelf zijn’. Er was een door vrijwilligers gerunde bar met koffie, broodjes en bier; een bibliotheek met een allegaartje aan boeken en omdat ze aan ‘knuffelweek’ deden, was er een ‘knuffel-corner’ ingericht met uitgeknipte hartjes, ballonnen en… knuffels.
Mijn innerlijke Marcel van Roosmalen zocht paniekerig naar de nooduitgang, maar het wende snel. Een clubje mens-erger-je-nieters had dikke pret, een zangkoor wachtte tot hun oefenzaaltje vrijkwam en iedereen was er vriendelijk. Verdacht vriendelijk? Nee, echt! En de buurt wist het gebouw goed te vinden. Wie het thuis koud had of anderszins verkleumde kon daar terecht, dat was de sfeer. In de knuffel-corner begon een laagdrempelige poëzieavond, met twintig dichters; groen, rijp en rot door elkaar, waarbij de deelnemers elkaar waardeerden en (soms letterlijk) ondersteunden.
Een Bubbel van Goedheid en Saamhorigheid, dat was het. Zoals ze altijd zullen ontstaan, bestaan, tegen de verdrukking in, zolang er mensen zijn. En ook als je dat niet begrijpt, kan je (help, een kerstgedachte!) daar alleen maar dankbaar voor zijn.
Ook dat programma heb ik eraan gegeven; (hoewel ik niet vies ben van een beetje cynisme) ik kan die meesmuilende smoelen niet meer aanzien. Ze zitten daar alleen ter meerdere glorie van zichzelf, het brengt niets. En dan Dolf; die past op elke bladzijde van ‘De Meeste Mensen Deugen’. Leuk of niet leuk, maar wel waar!
Er zit een hoornist in het Radio Philharmonisch Orkest, die sprekend op Dolf Jansen lijkt. Het gevolg is dat ieder gestreamed optreden van dit onvolprezen orkest voor mij is verpest. Telkens als deze goedtoeternde instrumentalist in beeld komt, denk ik gvd daar heb je die deugende Gutmensch van een Dolf Jamsen weer! Ik krijg plaatsvervangende acne van die Jansen (en natuurlijk ook van al die humorloze Terlouws, Bregmannen, De Jonges en het verder deugende zooitje).
Dus voor mij wat zout en kruiden in die saaie deugpap: leve Media Inside en (zelfs dat oh zo ordinaire) Vandaag Inside.
@Onwijsgeer: “deugende Gutmensch” is een pleonasme.
Wel jammer dat je, met jou fobie, zo vaak tegen het Radio Philharmonisch Orkest aan moet kijken. Ik zie het orkest bijna nooit; ze zijn meestal op de radio.
@ Cees: ik moet toegeven dat ik, toen het programma van Groenteman en Van Roosmalen begon, een paar keer heb bekeken.
Van Roosmalen was toen al een erkend onweerswolkje, kennelijk de enige rol die hem past. Als het een rol is, tenminste. De man is gewoon het cynisme zelf, lijkt het wel.
Desondanks kon ik hem alleen wel hebben; hij was ook een soort karikatuur van zichzelf.
Maar de combinatie met Groenteman is dodelijk.
Groenteman is zo’n vals mannetje die als een soort blije eikel met een meesmuilende glimlach de meest vervelende dingen zegt, en in die zin wat mij betreft een tamelijk miezerig mannetje.
Ik ben na een paar afleveringen afgehaakt.
@hans
Ja, pleonasme; genoteerd.
T.a.v. het RadioPhil: twee weken geleden live vanuit het Concertgebouw met 4.5 uur Wagners Siegfried o.l.v. mevrouw Canellakis
Ja Marius , TEGEN DE VERDRUKKING in , daar ligt toch een soort sleutel …
” De banaliteit van het kwaad ” beschouw ik toch wel als Hanna Arends belangrijkste filosofische en politieke vondst . Niet ALTIJD de treinen op tijd laten rijden en doen wat je door meerderen ( de ‘ massa ‘ ? ) opgedragen wordt. XJ ( voormalig meisje met voormalig rood haar )
In de begintijd van het RaDa hadden we vaker dit soort geredetwist in de reacties. Niks mis mee!
(En soms vind ik trouwens dat pleonasmes wel bestaansrecht hebben – als je lekker aan het foeteren bent bijvoorbeeld.)
Voor de deugmens hebben de Duitser het woord Taugmensch: deug(ende) mens. Gutmensch gaat meer richting goede mens, goed doener. De taalunie heeft aan Gutmensch echter de onjuiste betekenis “deugende mens” gehecht, waardoor “deugende Gutmensch” ineens tot pleonasme werd gebombardeerd.
En vanavond weer het RadioPhil op de TeeVee in een schitterende docu over de miskende pianist/ componist Hans Henkemans.
Ah, hij is er, daar ben ik benieuwd naar:
https://www.dagklad.nl/2021/06/17/sekse-in-de-city/
Ja, ook weer een mooi stukje Marius.
En als ik goed luister naar Henkemans’ composities, stond hij, o ironie, niet eens zó ver af van de ‘Notenkrakers’ Andriessen of De Leeuw.
Van Roosmalen & Groenteman heet hier inmiddels ‘afzeik en meesmuil’.