De schaatskoorts mocht zich in warme mediabelangstelling verheugen deze week. Hoe anders lag dat met een ander diepgeworteld verlangen: het ijsvandalisme.
Want zodra ergens een vliesje natuurijs schuchter aangroeit, is de suizende baksteen nabij. Om te kijken of ‘het al houdt’? Daar trapt niemand in. Het geeft een pervers soort bevrediging als jouw baksteen een wak slaat in de tot dan toe ongerepte glanzende ijsvloer, of er een fikse ster in slaat.
IJs kapot maken moet een diep instinct zijn. Gewoon, omdat het kan. Er is ook een onschuldiger variant. Vanmiddag dooide het al, maar op de paden waar wij liepen lagen in de karrensporen nog bevroren plassen, die er gewoonweg om vroegen… IJs met luchtbellen eronder, onweerstaanbaar! De Beschermvrouwe van het Genootschap voor Tactiele Werkvormen danste van plas naar plas en liet haar schoenzolen dat knisperige ijs verbrijzelen en versplinteren.
Crushen met maatje 38! Alles aan gruzelementen! Een verrukkelijk gevoel gaf het en dito geluid (uh ja, ik deed zelf ook mee)! Pas later kregen we oog voor de grillige vormen en fraaie patronen, die op het moment dat dit verschijnt al weggesmolten zijn. Gelukkig hebben we de foto’s nog. En iedereen die in zijn jeugd kind is geweest mag in zijn fantasie meestampen.
Prachtig. Heb zin om mee te doen!