Een lunchpauze-uitlaatservice komt er niet aan te pas; ze lopen onaangelijnd, volgen automatisch de vaste looproute en houden zich goed gedresseerd aan het groepstempo. Zo rond half een verschijnen ze in het straatbeeld: kleega’s en kleegaatjes met een zittend beroep. Overwegend ambtenaren van het gemeentehuis, maar ook personeel van assurantiekantoren en belastingadviseurs vertoont zich rond dat tijdstip buiten, bij daglicht, in ongefilterde lucht.
Soms stel ik me voor dat de stem van David Attenborough dit dagelijkse natuurverschijnsel begeleidt. Het is weliswaar minder spectaculair dan de trek van de een miljoen gnoes over stoffige Tanzaniaanse vlaktes of een zonsverduistering door overvliegende roze flamingo’s, maar voor de goede waarnemer is het gedrag van deze belangrijke ondersoort van homo sapiens niet minder boeiend.
Vaste koppels komen incidenteel voor, maar vier- of vijftallen zijn gebruikelijker. Naast het jachtluipaard, de gazelle en de niet-sedentaire medemens steken ze bleekjes af wat betreft souplesse en snelheid. De meesten bewegen zich of ze het uitsluitend op doktersvoorschrift doen, om ‘doorzitplekken’ te voorkomen. Aan ‘swag’ doen ze niet: de heupen zijn stram en in plaats van erogene zones hebben ze onder hun kleding invoerklepjes voor oplaadbare batterijen die precies voldoende energie leveren om hun vaste rondje te volbrengen.
Hoe moet het zijn om dag in dag uit hetzelfde ommetje te maken met mensen met wie je jaar in jaar uit op dezelfde afdeling verkeert? Zou het dan een uitkomst zijn als Chat GPT je teksten schreef, op basis van duizenden opgenomen kantoorlunchpauzewandeling-conversaties? Of heb je juist altijd iets te bepraten – een sluimerend conflict over een erfgrens in het buitengebied, of de bespottelijke nieuwe lakschoenen van de nieuwe HR-manager?
Ik heb er de oude jaargangen van de Stentor/Stresstor niet op nageplozen, maar mij zou het verbazen als de lunchpauzewandelaars (LPW’s) in de koppen opdoken. Anderzijds prikkelt het mijn fantasie en hoop ik op sensatie: ‘Handgemeen LPW’s met Raaltese collega’s op werkbezoek.’ ‘Doorgesnoven LPW’s verbouwen kapel RK Kerk’ ‘LPW’s verkochten rode flitssalamanders en zeldzame spuugkaaimannen vanuit garagebox.’
Hier in het dorp zie ik overwegend de Wijhese exemplaren; maar landelijk zijn er zeven miljoen mensen met een zittend beroep, die volgens hun CAO rond het middaguur even weg mogen/moeten bij hun beeldschermen. Gisteren zag ik weer een aantal van die groepjes en besefte ineens dat ik niets wist van hun drijfveren, roerselen, remmingen en verlangens… angsten wellicht?
LPW’s benaderen is voor buitenstaanders uitgesloten, dat is een inbreuk op het groepsproces. Hun gedrag van afstand observeren is het enige – veel dichterbij zal ik nooit komen. En dan maar hopen dat ze tijdens kantooruren het goede doen, of in ieder geval geen onherstelbare maatschappelijke schade aanrichten.
Op vrijdag is de visboer vaak een poosje niet te benaderen omdat LPW-ers dan met zijn tienen soms de overige bestellingen vertragen. Ach, het zorgt ook voor tijd voor een lullepotje met de lui die ook dachten even een visje te halen.
Ik was als scholierr meestal getuige van het veplichte SPW: het schoolpauzewandelaarsfenomeen. Ons huis lag namelijk aan het plein, niet ver van de school, waar de leerlingen vergezeld van de school(bege)leiding tijdens de pauze rondjes moesten lopen en wel rechtsom in gezapig tempo (largo, tegen grave aan). Mijn vriendje ik piepten er dan tussenuit om vanuit mijn zolderkamertje allerlei kleine voorwerpen op klasgenote(n/s) te gooien. Als de schooltoeter ging, voegden wij ons weer bij een lagere klas, die achter de onze liep.