Nou ja, Dagklad is geen Dagboek, maar soms zijn de dagen zo vol dat de stukjes amechtig achter de agenda aan hijgen. Gistermiddag maakte ik mijn debuut als presentator van een lokale talkshow (Watvinnie), waarover later misschien meer. ‘s Avonds waren we in de Deventer Schouwburg, bij De Meester en Margarita.
Hoe rijk en vol kan een avond zijn? Wat een feest!
Voor wie Boelgakovs gelijknamige boek niet kent: hij schreef het in de donkerste dagen onder Stalin en worstelde er twaalf jaar mee, tot vlak voor zijn dood in 1940. Toen het in 1966 eindelijk in een zwaar gecensureerde editie verscheen, waren de 150.000 exemplaren binnen enkele uren uitverkocht.
Eén van de drie verhaallijnen is dat de duivel (Woland) een bezoek brengt aan Moskou. Mij stond vooral een scène bij waarin hij daar chaos veroorzaakt door bankbiljetten uit te strooien boven de stad. Hoe gaan ze in het theater ooit recht doen aan Boelgakovs fenomenale roman, vroeg ik me van tevoren een tikkeltje bezorgd af. Anderzijds, zo’n 500 toneelgezelschappen hadden het eerder gewaagd.
[Alles – alles! – wat een mens over De Meester en Margarita zou willen weten staat bijeen op deze prachtige website – inclusief bewerkingen, door het boek geïnspireerde muziek, etc.]
Die voorstelling van gisteren had ons in de ban vanaf het eerste moment: flitsend, flonkerend, geraffineerd. Zodra de duivel opkomt (glimmende kale schedel, zwart glimmende handschoenen met katachtige nagels) en als een vileine dirigent met (hoe kan het anders?) satanisch plezier random muziekflarden op de stad loslaat, weet je dat het een fantastische avond wordt. Spel, dans, muziek, decor en regie, alles klopte! (Zie hier voor de trailer en foto’s)
Wij hadden zelf een Margarita bij ons. Bij mijn gevorderdenklasje kwam ter sprake dat een van de Oekraïense vrouwen door haar moeder (die mijn lessen Engels ook volgt) naar Boelgakovs boek was vernoemd. Toen Orkater Deventer aandeed, boekten we daarom spontaan kaartjes. We babbelden gisteren nog wat na (zij verstonden alleen losse woorden, maar snapten het verhaal en hadden genoten). Toevallig verlieten we de schouwburg tegelijk met de acteurs; ik maakte de duivel en zijn gevolg een welgemeend compliment en stelde ‘hun’ Margarita aan ‘mijn’ Margarita voor. Dat was een onverwachte toegift.
Er liepen meer lijntjes. Sylvia en ik zijn fan van De Kift en herkenden in het toneelstuk tot onze verrassing tekstregels uit het nummer Giele Blommen (dat in het Fries begint, maar overgaat op Nederlands – zie hier).
Laatste lijntje, nu naar een ver verleden: Orkater bestaat al een slordige 50 jaar. Opgericht in 1972. Bij die OER-kater zaten de broertjes Warmerdam, die hun basis hadden in IJmuiden. Ik woonde toen nog in Santpoort-Noord en zette mijn eerste schuchtere stappen in het uitgaansleven in café De Halve Maan, waar die jongens graag neerstreken op weg naar huis. Jim van der Woude (RIP) zat ook bij die club. Zo zou ik graag nog even doormijmeren, maar het moet voor jullie ook een beetje interessant blijven. Laten we liever even kijken naar een briljante scène van Jimmy met René van het Hof (met dank aan Gerrie Hondius voor de tip!).
P.S. Tot mijn ergernis is mijn exemplaar van ‘Manuscripten verbranden niet’ tijdelijk onvindbaar. Brieven en dagboeken – beklemmend, angstaanjagend.
Ik had de aankondiging van de Deventer Schouwburg gezien en genoteerd, want ik ben een liefhebber van de Russische klassieken. (Mijn exemplaar van ‘De Meester’, zie ik op het verzamelplaatje: onderste rij, derde van links).
Maar. De deceptie van verleden week, in de categorie ‘bewerkingen’ was ik nog maar amper te boven. Ik was als Martin Amis-fan, naar de bioscoop gelokt om het ‘meesterwerk’ ‘the zone of interest’, te zien. Maar het bleek dat de film, behalve de titel, niets te doen had met het boek.
Datzelfde vreesde ik bij de interpretatie van ‘de Messter’ die ik zou zien in de Schouwburg. Dus ik ben niet gegaan. (Ook al heb ik wel een Oekraiense als buurvrouw.)
@Rigo: Jammer! Trouwens, het culturele aanbod in Deventer mag er (ook dankzij Mimik) best wezen.