Voor het grootste deel van de geschiedenis had Jan met de pet (als ik de afgelopen 5000 jaar héééééél beknopt samenvat) nauwelijks een idee hoe die pet hem stond. De spiegel was een luxeartikel; alleen de hootstemetoten (de koningin van Sneeuwwitje, Cleopatra, Marie Antoinette) konden hun eigen uiterlijk bewonderen.
Nog zoiets: Demosthenes kon zijn eigen toespraken niet terugluisteren bij ontstentenis van een voicerecorder; hetzelfde gold voor Abraham Lincoln, William Wilberforce en andere fameuze redenaars. In dat opzicht zijn wij beter af als we een min of meer waarheidsgetrouw zelfbeeld willen componeren. Hoewel?
Ik ken niemand die verrukt was de eerste keer dat hij zijn eigen spreekstem hoorde. En de mediabewuste jongeren van nu zijn zowel de meest gefilmde als de meest zelfkritische en onzekere generatie. Zou er een verband zijn?
Ik herinner me de eerste keer dat ik mijzelf op video zag. Ik was toen dertig, het was bij een bruiloft. Tot mijn afgrijzen hield ik een wijnglas vast op exact dezelfde irritante manier als mijn jongere broer Jan – met net zo’n slappe pols. Genetisch bepaald? Of erger, had hij mijn hebbelijkheid gekopieerd?
Vorige week maakte ik mijn debuut als presentator van een lokale talkshow, Watvinnie. Ik had een uur lang twee raadsleden te gast en een voorvechter van het project Noordmanshoek. De technici hadden mij ingeprent niet met mijn aantekeningen te schuiven en ritselen in verband met de geluidskwaliteit – mijn enige regieaanwijzing, waar ik me braaf aan hield. Het tafelgesprek verliep tot ieders tevredenheid en wie van Olster of Wijhes bloed is moet zeker even kijken.
Maar wat mij hard trof bij het bekijken van de uitzending: je ziet drie aanwezigen die weloverwogen spreken, en hun woorden soms accentueren met een beheerst knikje of een effectief fronsje. En dan is er die vierde, die friemelt & frummelt & gesticuleert & grimast & mimet. Ants in his pants! Geef die man een dwangbuis, dacht ik.
Het gekke was dat ik tijdens de opname niet zenuwachtig was. Dat was het niet. En het nog gekkere: ik heb (met al die tics en tacs) veertig jaar lesgegeven zonder dat ooit iemand zei: ‘Marius, heb medelijden met de ADHD’ers in de klas. Die zien ieder trillend wenkbrauwhaartje. Je motoriek verander je niet van de ene dag op de andere, maar het helpt al als je een tic… tikkeltje minder beweeglijk bent.’
Nou ja, dat gedurfde experiment begint dan bij mijn volgende keer Watvinnie, want het was erg leuk om te doen. En hopelijk ook nog ergens goed voor. Zie hier voor de uitzending.
Je ziet jezelf gewoon weinig! Wij zijn dat helemaal gewend van je 😉
En het leidt niet af, ook omdat het gesprek gewoon erg toe doet.
@Harrie: Ja, ik heb er geen complex aan overgehouden, het was veel te leuk. En nu maar hopen dat de gemeenteraad gaat kijken!
Potver…ingeburgerd! Thumbs up! (Wel ff vragen of ze die vreselijke lawaaierige jingles aan het begin en einde willen vervangen door iets …moois of gezelligs, iets Carmiggelt achtigs?)