Ga naar de inhoud

Macht

In Zwolle liepen we het treinstation uit, op weg naar bus 7; in een van de stilstaande bussen langs het perron zag ik een druk gebarend silhouet.

Het bleek een knul van een jaar of vijftien, krullend haar onder een beige capuchon en die dan weer onder een koptelefoon. Vale gelaatskleur, eerder een ongeneeslijke gamer dan een niet te houden dauwtrapper. Het duurde even, toen snapte ik dat hij me naar twee chauffeurs wilde dirigeren, die zes meter verderop stonden, in afwachting van hun dienst.

Beiden waren erg groot; in de worstelring zouden ze niet misstaan met hun licht prominente buiken en kale schedels. Ik wees op de gestalte in de bus. “Er staat in die bus een jongen die hoopt dat u hem kunt bevrijden.” Over twee gezichten schoof dezelfde uitdrukking: ik-dacht-dat-ik-alles-zo-onderhand-wel had meegemaakt / het-moet-niet-gekker-worden.

Mijn taak zat er op, ik liep weg. Van een afstand zag ik hoe ze simultaan, in super slow motion, naar de bus beenden. De redding was nabij, moet die knul gedacht hebben. Maar in plaats van fluks dat portier te ontgrendelen, rekten ze het moment. Breed grijnzend. Twee verveelde kwajongens die op hun vrije woensdagmiddag ergens een kooi hadden gevonden met een kapucijneraapje. Zou het friet eten, of winegums? Of alleen banaan? Kon je het africhten, kunstjes leren? Liet het zich aaien of was het schuw? Zouden ze het stiekem mee naar huis nemen en tegen een hond laten vechten?

Even genoten de mannen van hun almachtsgevoel en daarna klonk toch, als met tegenzin, het gesis van de deur en kreeg dat joch zijn vrijheid terug.


 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *